Fraaie Krater
Het is heerlijk om Joost Nelissen in een band te zien werken. Altijd. Dat-ie daarenboven het gore lef tentoonspreidt op een Fender Rhodes (met effecten) te spelen, siert hem zeer. En Martien Keesmaat is indrukwekkend, echt, niets meer en minder. Een origineel van het zeldzame soort, of-ie nou gitaarspeelt, zingt of punnikt. Martien doet Martien en zo is het. Dan is het ook nog eens een altijdfeest om naar de drummende Len van Ormondt te kijken. Want wat-ie ook doet, hij doet dat met een bestiale overgave die overrompelend sympathiek werkt. Michiel van ‘t Riet was natuurlijk altijd al een bassist die beter is dan-ie zelf weet. En Alex Krottje zingt minimaal verdienstelijk.
Daar komt bij dat het groot genoegen doet dat Haarlem in Krater weer een nieuwe progrockband rijker is. Goed beschouwd is, als dit de krater is, Yoghurt de bom. Welaan: dan is het fijn zo’n fraaie krater te hebben veroorzaakt.
Maar tot zover de superlatieven. Want mij was ik zelf alweer kwijt, als lezer.
De ongezouten kritiek dus.
Krater is het zoveelste concept van lieden die al vaker conceptjes hebben uitgerold. Dat is overigens geen strategie die ik veroordeel; het is alleen nooit de mijne geweest. Maar als ik, in buitenpandse wandelgangen, verneem dat Michiel’s positie als bassist al door hemzelf ter discussie is gesteld (naar verluidt omdat Krater wel erg succesvol moet zijn wil het opwegen tegen zijn baan), denk ik: “Tsja”.
En dan. Martien is dus een origineel, maar staat daarin op eenzame hoogte.
Als ik, bovendien, moet afgaan op dit veel te korte optreden (ik laat debuut- weg omdat dat eigenlijk de instore in Sounds van de middag eraan voorafgaand was, die ik ternauwernood miste), wat hoewel het het enige is dat ik kan, niet helemaal eerlijk is, is het allemaal erg eenvormig en vind ik dat dat ligt aan Alex. Die daarnaast weliswaar verdienstelijk zingt, maar mij geen keer bij de kloten grijpt. Toch iets waar ik, als frontman, zelf altijd naar streef.
Het is dus een beetje zoals ik al vreesde toen ik de slicke trailer voor dit optreden zag (met het kundig gejat uiterlijk van zo’n intro-animatie bij bioscoopfilm): mooie krater, maar wat als het stof daalt?
Nou. Als ik dat zo nalees valt het best mee met die kritiek. Die ik bovendien uit voordat ik de plaat heb gehoord.
En dus. Een 9 voor de gig (je moet het maar durven, opboksen tegen zelf hooggespannen verwachtingen). En voor de band zelf, voorlopig, een 8.
Laat het een stevige krater blijken.
Overigens bleek mij, ter zelfde Haerlemsche Helden, dat Galloway Hill sinds de vorige keer volwassener is geworden. Het rammelt nergens meer.
————————————————————
Chielie is zanger/tekstschrijver van Yoghurt en Zat.